Opgeven is geen optie # 6 – Emotioneel verslag vanaf de Alpe d’Huez

Aan de finish in 2019
Aan de finish in 2019
Foto: Bart van Delft

Deze donderdag was het zover voor Bart van Delft, hij is zo vaak mogelijk naar de top van de Alpe d’Huez gefietst. Hij haalde hiermee geld op voor onderzoek in de strijd tegen kanker. Maanden van training en sponsorwerving gingen vooraf aan de dag van Alpe d’HuZes. Hieronder zijn ervaringen van de koersweek en -dag.

Le Bourd d’Oisans (FR) – 7 juni 2019

Na een week van voorbereiding en vakantie in De Ardèche zijn we afgelopen maandag afgereisd naar de Alpen. Wat is het een magistraal gezicht als je de bergtoppen wit ziet kleuren aan de horizon, tegelijk ook beangstigend. “Moet ik tegen zo’n joekel aanfietsen?” Dat ging er door me heen. In het dal aan de voet van de Alpe ligt onze camping, zo’n acht kilometer van de start. We zitten op ongeveer 700 meter boven zeeniveau, aardig hoog. Toch liggen de toppen overal om ons heen op minstens het dubbele.

Alvast een keer naar boven

Het is dinsdag, de laatste dagen heb ik getwijfeld of ik alvast een keer naar boven wil fietsen. Wil ik de magie bewaren voor donderdag de zesde of is het fijn om te weten wat me te wachten staat. Kortom, ga ik al naar boven met de fiets of niet. “F*ck it, ik doe het gewoon.” Tijdens de acht kilometer lange vlakke weg richting de voet voel ik de spanning wat opbouwen, net als de temperatuur. In Frankrijk heb ik nog niet onder de 30 graden gefietst, nu gaat de meter ook weer richting de 32/33. In mijn vorige drie blogs heb ik al uit de doeken gedaan over het profiel van de klim, het zwaartepunt aan het begin en eind, maar tussendoor krijg je nergens rust. Het is al goed druk op de klim, veel fietsers en wandelaars testen de benen. Ik zie het vanuit mijn ooghoeken, maar focus me vooral op de weg en de percentages. Ik probeer voor mezelf een zo goed mogelijk plan van aanpak te maken, met een zo constant mogelijk ritme. Het gaat eigenlijk wel lekker en heb na de eerste drie zware bochten het ritme te pakken en kijk naar de spandoeken die mensen aan het ophangen zijn of die er al hangen. Het bevestigd nog maar eens waar we het allemaal voor doen, zoveel foto’s en namen met twee data erbij, allemaal veel te vroeg gegaan.

Bocht 11 en 7

We tellen verder af en komen aan bij bocht 11, even wat eten en drinken. Fotootje maken en door, op naar de Nederlandse bocht, nummer 7. Om de hoek zie ik het kerkje al staan waar Joost mij een aantal weken daarvoor al met passie over vertelde. De ruime bocht eromheen geeft een heel apart gevoel, ik probeer me voor te stellen hoe dit donderdag zal voelen. Voordat ik daar een idee bij kan vormen valt mijn blik op de top, precies vanaf hier zie je voor het eerst het dorp Alpe d’Huez liggen. Dit motiveert enorm, al is de weg nog lang. Opeens realiseer ik me ook dat ik nog geen renners heb zien passeren, zou het dan toch dat ik met mijn ietwat zware lijf deze berg best rap op fiets. Bocht 6, 5 en 4 gaan aan me voorbij, ze doen zeer, maar het stuk richting 3 nog het meest. Daarna gaat het snel, ik kom in de bebouwing en schakel een tandje op richting de finish. Tijd voor wederom een foto en een berichtje in een aantal groepsapps. “Het is me gewoon gelukt, ik sta op de Alpe.”

Kleine klap, hard gesis

Ik daal af, lekker verkoelend. Goed uitkijken met snelheden rond de 60 km/u. Bij bocht 10 hoor ik een kleine klap en hard gesis, mijn fiets gaat hard op en neer. “Zijn het mijn remmen?” Nee, het is een klapband, balen maar gelukkig zit ik er nog op en kan ik naar bocht 11 lopen om mijn band te verwisselen. Uiteraard gaat dit in de ziedende hitte niet zoals gepland, maar met hulp van een vriendelijke mountainbiker komt het goed en zet ik mijn afdaling voort en spurt de acht kilometer weer terug naar de camping. Daar bekijk ik mijn statistieken, best aardig eigenlijk. Tegen de meeste mensen heb ik gezegd dat ik verwacht twee keer omhoog te fietsen, ik stel het bij, met deze benen moet drie keer mogelijk zijn. Fietsvrienden doen er een schepje bovenop: “Vier Bartje!” Anderen zeggen me vooral goed op te letten en er ook van te genieten: “Al fiets je hem één keer omhoog, dan ben je al een held.”

Wekker zetten om 2.30 uur

Woensdag probeer ik rust te pakken, fysiek dan, want mentaal gaat alles te keer. Het weer slaat ook wat om en vooral de nacht en ochtend zullen koud worden. Vragen over kleding, voeding en de wekker spoken door mijn hoofd. Ga ik mensen teleurstellen als ik maar twee keer omhoog klim? Ach, ik doe gewoon wat in mijn macht ligt. Alles ligt klaar, nog een pastaatje of twee erin en vroeg naar bed. Uiteraard doe ik geen oog dicht met de wetenschap dat de wekker om 2.30 uur gaat. Het is officieel donderdag, mijn wekker heb ik niet nodig, ik zie het 02:30 uur worden. Tijd om aan te kleden en te ontbijten met, jaja, wederom pasta. Mijn lichaam protesteert even, maar een spurt naar het toilet à la Tom Dumoulin blijft me bespaard. Het waait ontzettend hard, ik heb overal kippenvel, toch maar arm- en beenstukken aan. Ilse pakt ze voor me en zwaait me om 03:45 uur uit op de camping. Zo lief en bezorgd dat ze is, we zien elkaar op de top straks.

Hier heb ik naartoe geleefd

Op de weg naar het dorp, waar de officiële start is, zie ik steeds meer knipperende achterlichtjes verschijnen. En ik realiseer me, dit is het moment, hier heb ik naartoe geleefd. Het wachten in de smalle straatjes van Bourg duurt lang, het lijkt wel iets minder koud zo tussen de typisch Franse huisjes in. Het is inmiddels iets over 04:30 uur en ik hoor motoren starten, we gaan eraan beginnen. Ik sta niet vooraan, dus een paar startblokken verder is het mijn beurt en ik sta er nu al van te kijken hoeveel mensen er op de been zijn om iedereen een mentaal eerste zetje te geven. Kippenvel, dit keer niet van de kou. Deze eerste pijniging naar boven draag ik voor mezelf op aan Sander, de rede dat ik me inschreef en hier in alle vroegte op de fiets zit. De eerste paar bochten zijn mega druk, het complete deelnemersveld zit nog bij elkaar. Je voelt bij iedereen spanning en er wordt weinig gezegd, het is vooral goed uitkijken. Voor nu ben ik wederom mensen aan het inhalen en zie alleen het midden van de weg, pas vanaf bocht 19 kan ik wat opschuiven.

Steeds meer kaarsen

Er komen steeds meer kaarsjes in iedere bocht te staan, een magisch gezicht. Maar helaas staat ieder kaarsje wel voor een verloren persoon, weer kippenvel. Ik neem me voor om de foto’s van bepaalde bochten pas tijdens de tweede klim te maken, sommige mensen hebben me gevraagd aan ze te denken bij deze nummers. Dan is het minste wat ik kan doen wel een foto sturen. Maar het is nu te donker denk ik terwijl ik langs bocht 18 fiets en aan Mieke en Tineke denk. Ik merk dat ik minder zweet dus ook minder drink, waar ik dinsdag nog twee bidons leeg dronk en twee repen at moet ik mezelf nu dwingen om een slok te nemen en een reepje te eten. Onderweg zie je van alles, mensen met een prothese, in een rolstoel, iedereen een eigen verhaal en motivatie. Het gaat wel lekker en ik rits mijn shirt wat open terwijl ik het kerkje van bocht 7 dichterbij zie komen. Hier krijg je even vleugels weet ik van mijn eerder tocht naar boven. De zee van kaarsen hier is onbeschrijfelijk, weer kippenvel, dit keer tot op mijn… tenen zullen we maar zeggen.

Doorstoempen

Ik zie helaas geen dorp op de top, het is donker en heel mistig daar boven. Gewoon doorstoempen en hopen dat dit nog veranderd. De bochten gaan aan me voorbij en ik passeer minder en minder fietsers. Er komen wel wat meer mensen in dikke jassen langs de kant te staan, ze zijn naar beneden gelopen vanuit het dorp. “Is het echt zo koud?” Even doorbijten op het zware laatste stuk en ik zie links en rechts de huizen verschijnen van Alpe d’Huez. “Ik ben er bijna, maar dit laatste stukje moet ik niet onderschatten.” Als je denkt dat je er bent moet je namelijk nog een stukje. Ik ga op de pedalen staan en hoor mezelf zeggen “Voor jou Sanderke” en ik passeer nog wat mensen in de straten van het dorp richting de finish. Ik rij zo hard dat ik de tent straal voorbij rij en sta ergens na de finish stil om een foto te maken voor in de groepsapps. Op dat rustige stuk merk ik pas hoe koud het is. Stilstaan is echt funest bedenk en ik me en ik besluit gelijk af te gaan dalen.

Dit wordt afzien

Al direct weet ik het, dit wordt afzien. Ik shake al tot en met bij de eerste paar bochten terug. Mijn korte handschoenen helpen er niet aan mee en ik voel halverwege mijn vingertoppen niet meer. Best handig als je continue moet remmen. Bij bocht 7 merk ik dat ik trek met mijn gezicht om er maar een beetje bloed doorheen te laten stromen. Alles begint te verkrampen en mijn schouders voelen helemaal stram als ik het keerpunt onderaan zie liggen. Zodra ik uitklik voel ik het al, dit is niet best. Ik kijk om heen en zie dat de organisatie hier op was voorbereid, er worden dekentjes en aluminium reddingsdekens uitgereikt. Ik besluit om het niet aan te nemen en gewoon met een soepje en kopje koffie op te warmen in de tent bij de heater. Ik zit echt te shaken als een malle en zie om me heen alleen maar mensen blauwbekken en er komen steeds meer EHBO’ers bij zitten. Ik hoor één van de mannen zeggen dat er al veel mensen zijn afgestapt vanwege onderkoeling. Ik app wat mensen en warm heel langzaam op. Ik probeer met Ilse af te stemmen wanneer ze met Vigo boven is zodat ik op de top niet te lang alleen in de kou. Uiteindelijk verzamel ik alle moed en stap weer op.

Ronde twee

Ronde twee, deze is voor jou Lieve, omdat je zo’n enorme eindbaas bent dat je met je half jaar deze ziekte al hebt overwonnen. Nu ben je inmiddels gelukkig drie, daarom is het geld naar onderzoek zo hard nodig. Om meer jongens en meisjes zoals jij te laten genezen. Ik kom aan bij bocht 18 en ben weer wat warmer van het klimmen. Deze tocht maak ik de beloofde foto’s maar, want wie weet is dit wel de laatste keer naar boven. Even een foto voor Mieke en Tinus en weer door. De mist is verder naar beneden gekomen en vanaf bocht 14 zie ik steeds minder, de zon is al op, maar daar merk je niets van. In bocht 11 weer een foto en een update naar Oosterhout Nieuws. Het is zo mistig dat het lijkt te regenen, ijzige druppeltjes bedekken mijn bril en kilometerteller. Ik ga weer verder en stop bij bocht 7 nog even voor Joost voor een foto met de kerk. Gek genoeg lijkt het hier wat helderder, je ziet de kerk in ieder geval wel op de foto. Ik merk terwijl in richting bocht 6 fiets dat mijn benen zwaar beginnen te voelen. “Is dit mijn limiet of heeft de kou zijn tol geeist?”

#KomaaaanBartje

Nog even en dan zie ik Ilse neem ik mezelf voor en ik pak mijn tempo weer op. Wederom aftellen: bocht 5, 4, 3 en even speelt Lieve weer door mijn hoofd. Even doorbijten en ik begin wat contouren te zien van iets dat lijkt op een bergdorp, ik ben er weer bijna. Ik kom bocht 1 door en stuur onder het viaduct door, zie ik dat nu goed? “#KomaaaanBartje” staat op een spandoek aan de door de mist korte horizon. “Zou er nog iemand zijn die deze hashtag heeft gekregen van één van zijn beste vrienden? Of is het mijn thuisfront geweest die dit heeft geregeld? En hoe hebben ze dat gedaan?” Ik kom dichterbij en blik gaat naar beneden, het zijn René, Joost, Peter-Paul en Bob. Ik schiet direct vol, wat daar door me heen ging is niet te omschrijven. Van verwarring zet ik na innige omhelzingen mijn helm af en kijk nog eens goed. Ze zijn er echt, hebben die gekken 1000 km voor mij in de auto gezeten om hier te zijn? Ze hebben heel de nacht doorgereden en net als ik geen oog dichtgedaan. Joost wijst me er op dat ik mijn helm weer op moet zetten en nog even over de finish moet.

Ik schiet weer vol

Ik zie de mannen weer in de grote tent. En terwijl Joost, die zichzelf als persoonlijke soigneur aandient, een kopje koffie haalt schiet ik weer vol. Ik pak hem vast en hij jankt net zo hard met me mee. Ik begin nu pas echt te beseffen wat ik los heb gemaakt bij iedereen om me heen. Ze zijn maanden bezig geweest om dit met zijn vieren te regelen. Allemaal hebben ze genoeg te stellen gehad met kanker en nog. Ik kijk om me heen en zie ze alle vier met wateroogjes staan. Ik weet niet hoe vaak ik ze vast heb gepakt, maar dat doe je op zo’n moment. Ik shake wel weer van de kou, maar de pasta die de soigneur voor me haalt doet me goed. Alle twijfel voor een derde poging naar boven is weg als ze aan me vragen of ik nog eens ga. “Ik ga nog één keer” hoor ik mezelf zeggen. In gedachte neem ik me voor aan wie deze opdraag. Ik wacht op Ilse en Vigo samen met de heren en heb het met ze over de plannen, de reis, waar ze gaan slapen en of we straks nog gaan proosten op de goede afloop en vooral het leven.

Heel bijzonder

Joost verteld me emotioneel over hoe bijzonder hij het vindt hier te zijn en dat hij door een nieuw aangekochte techniek, mede gefinancierd door de opbrengsten van Alpe d’HuZes, misschien wel kan worden genezen. Het is bij hem voor de derde keer terug, dat soort nieuws komt dan wel even binnen. Ilse en Vigo komen de tent binnen en wederom schiet ik vol, Ilse bevestigd nogmaals “Weet je nu eindelijk wat je voor elkaar hebt gebokst en hoe bijzonder het is wat je doet?” Ik zal dat nooit in die mate toegeven, dat zit niet in me. Ik begin op dit iets christelijkere uur een rondje te bellen met Oosterhout. Eerst Oma van Delft, ook één van mijn motivaties. Ze is wederom getroffen en zal niet meer genezen, voor haar komt Alpe d’HuZes te laat. Gelukkig is er nog en we hopen dat dit nog lang zo is op een leefbare manier. Daarna bel ik mijn moeder en hoor op de achtergrond mijn broer en Hanneke. Ik ga op de luidspreker en terwijl ik over mijn ontvangst op de top vertel schiet ik weer helemaal vol. Ik bel hierna mijn vader nog en uiteraard Sander. René, (beter bekend als Néné) besluit nog wat vrijwilligerswerk te doen en de rest gaat Ilse en Vigo gezelschap houden. Eenmaal weer warm en met gedroogde kleren kijk ik naar buiten, het begint iets op te klaren. Tijd voor daling nummer twee.

Op naar de derde klim

Dit gaat een stuk soepeler, ondanks het verslechterde zicht. Waarschijnlijk omdat ik weet wat voor warmte me op de top staat te wachten. Eenmaal beneden pak ik een kop soep en een reep en start aan mijn laatste klim. Tijd om nog één keer te genieten van de ambiance onderweg, de lieve mensen langs de kant en om ook andere deelnemers een aanmoediging te geven waar nodig. Ik pak her en der een pannenkoekje en een snoepje aan, maar ik merk al dat het goed is dat dit de laatste is. Alles doet zeer en inwendig staat er wel wat op zijn kop. Onderweg kom ik nog Johnny de Mol tegen en maak een praatje met hem, ook maar een normale sterveling natuurlijk. Maar ook voor hem, net als iedereen, respect dat hij naar boven gaat. Ik kom wederom door de Nederlandse bocht en denk heel even te pauzeren, maar de sfeer die daar hangt geeft me zo’n boost dat ik besluit alles te geven.

Reep van Leontien

Misschien iets te veel, want na bocht 4 moet ik bijna overgeven. Ik stop even en probeer wat te drinken, daar krijg ik een reep aangereikt door Leontien van Moorsel. Hoe gaaf is het dat ook dat soort wielericonen hier deelnemen en even pauzeren op dezelfde plek als ik. Ik pers er nog even alles uit en probeer me te bedenken wat ik ga zeggen tegen degene aan wie ik deze klim opdraag zodra ik boven ben. Want ja, natuurlijk staat die boven te wachten. Ik ben zo naar de k**te dat ik met mijn laatste krachten in een soort tunnel van emotie naar de finish spurt. Ik hoor links van me “Bartjeeee!” maar ik zie alleen een oranje waas. Ik ben helemaal op en zodra ik ze gevonden heb schiet ik vol. Blijkbaar werkt het aanstekelijk, want ook Joost schiet weer vol en pakt me vast en spreekt me toe. Een beetje bedaart en wat te hebben gedronken loop ik weer naar hem toe en zeg wat ik onderweg heb bedacht. “Joost, zowel voor jou als voor mij is drie maal scheepsrecht.” En dat hoop ik van harte, voor mij heeft Alpe d’HuZes vanaf dag 1 in het teken gestaan van genezing. Laat hem daar het levende bewijs maar van zijn.

Tijd voor een biertje

Weer daal ik af en fiets richting de camping. Het wordt eindelijk wat warmer, tijd voor een biertje. Als iedereen ook op de camping is proosten we op de goede afloop en het prachtige bedrag dat ik samen met mijn supporters en sponsoren heb verzameld. Joost gaat als een echte soigneur zelfs nog mijn fiets poetsen, waarschijnlijk ook even een moment voor zichzelf. Helaas moeten de mannen op tijd naar het fantastische hotel (niet dus) om in te checken. Iedereen is moe en besluit het hierbij te laten. Maar goed ook, want ik val kapot maar voldaan in slaap in de niet comfortabele campingstoel.

Kater van leegte

Vrijdagochtend wordt ik wakker met een stram lijf en een kleine kater van leegte. Het zit er op, echt gek. Ik kan het allemaal nog niet zo goed bevatten, maar weet wel dat ik het ongelooflijk vindt wat er door mijn netwerk bij elkaar is gebracht. Er mag dan wel mijn naam boven staan, maar dit is echt dankzij al die lieve mensen om me heen. Eindstand? €5555! Dat is toch absurd? Iedereen ontzettend bedankt, nog even een aantal mensen in het bijzonder: allereerst Ilse en Vigo voor het warme nest om in thuis te komen. Ten tweede de vier mannen die de reis maakten, maar ook hun thuisfront niet te vergeten. Ten derde alle lieve ambassadeurs die steevast iedere post deelde en lazen, tot vervelens toe. Als laatste alle grote en kleine sponsoren, onbeschrijfelijk wat jullie hebben gedaan. Tot volgende week op het Parkfeest, daar proost ik graag met jullie allemaal!

Groeten,
Bart

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen