Theo van Beuningen en Peter van Olphen nemen afscheid van Effent

Theo van Beuningen (l) en Peter van Olphen: Merci professeur!
Theo van Beuningen (l) en Peter van Olphen: Merci professeur!
Foto: Effent

Met enige regelmaat komen ze leerlingen tegen wiens ouders ook bij hen in de klas hebben gezeten als scholier. Dat kan als je beiden 40 jaar voor de klas hebt gestaan. Hun carrières vertonen veel parallellen. Beiden volgden ze de lerarenopleiding Moller voor de vakken Frans en Nederlands om vervolgens voor de klas te staan bij de Oosterhoutse Mavo’s Dommelbergen en Van Duvenvoorde die in 1996 samen gingen in wat nu inmiddels Effent heet. Maar nu nemen Theo van Beuningen en Peter van Olphen afscheid. Met hen herhalen we herinneringen op en stellen we de stand van het onderwijs vast.

Leraar in kostuum

Van Olphen begon bij RK Mavo Willem van Duvenvoorde: “Ja, in 1979-’80 ging het er toch wel anders aan toe. Weet nog dat ik solliciteerde, de oudere leraren droegen echt kostuums, sowieso donkere kleding. Ik had bij dat gesprek een – zo vond ik zelf – mooie witte blouse aan, maar daar kreeg ik gelijk kritiek op van een van de paters.” De jongere generatie leerkrachten veranderde onder invloed van de tijdgeest deze sfeer al snel: “Er werd gerookt in school en ik denk zelfs nog in een enkele klas. Twee keer per dag kwam men koffie en thee langs brengen voor de leraren. De middagpauze duurde anderhalf uur en in de lerarenkamer stond een aardig en veelgebruikt biljart. Omdat directeur Krijnen nogal schaakgek was, speelde hij regelmatig simultaan tegen de leerlingen, een traditie die zijn zonen – ook leerkrachten op deze school– voortzetten.”

Klas met 32 meisjes

De scheiding van meisjes- en jongensklassen was al voorbij, maar ook weer niet helemaal. Peter: “In het derde jaar moest men toen kiezen tussen Frans en Wiskunde. Vrijwel alle meiden lieten wiskunde vallen dus had ik plots een Franse klas met 32 meiden. Nou, dan leer je het vak wel hoor.” Het was ook de periode dat leerlingen nog verplicht naar buiten moesten. “Een heel verschil met dat binnen zitten op je smartphone of gamen aan de pc van nu.” Duvenvoorde mocht dan qua imago wat creatiever en maatschappijkritischer zijn, het verloor wel steeds vaker leerlingen aan het meer degelijke en gestaag groeiende Dommelbergen van Theo van Beuningen: “Bij ons liep je nog allemaal verplicht rechts door de gang en de trap op, dat was zelfs met witte lijnen aangegeven.” Omdat de scholen al onder één bestuur vielen, was de fusie snel een feit. De eenwording van de verschillende schoolculturen nam wat meer tijd in beslag.

Mondelinge overhoringen

Met de fusie is ook vastgelegd dat de nieuwe school die we inmiddels kennen onder de naam Effent een brede Mavo moest worden. “Denk niet dat er een andere school in Nederland is waar je zowel het eerste, tweede als derde leerjaar drie uur Frans per week krijgt en in het examenjaar zelfs vier uur!” Er zijn wel wat accenten verlegd. Theo: “Frans is praktischer geworden. Meer nadruk op kunnen lezen, luisteren en praten, minder op het schrijven.” Peter ziet dat ook bij het Nederlands. “Literatuur als Karel ende Elegast en De Vos Reynaerde is echt verdwenen, we zijn al blij als jeugdliteratuur aanspreekt. Een opstel leer je niet meer schrijven, een zakelijke brief wel.” Van Beuningen staat bekend om de vele overhoringen die hij geeft. Toen de school onder invloed van de Leerlingenraad het aantal so’s (schriftelijke overhoringen) maximeerde, introduceerde hij doodleuk de mo’s, de mondelinge overhoringen. ‘Een slimmigheidje’, biecht hij nu op. “Bij zo’n mo weten ze nooit wanneer ze een beurt krijgen en moeten ze toch leren”, glimlacht hij. De herhalingsoefeningen misten hun doel niet. De enige keer dat een klas een verkiezing organiseerde van welke docent ze op school nu het meest leerde, bracht meneer Van Beuningen als duidelijke winnaar naar voren.

Leerlingen komen socializen

Van Beuningen vindt het gepraat over de jeugd van tegenwoordig ook wat overdreven. “Pubers hadden en hebben door de bank genomen toch wel hetzelfde gedrag en dezelfde streken ook, zoals dat gewoon is op die leeftijd.” Van Olphen ziet juist wel verschillen: “Leerlingen kunnen bijna niet meer samen zingen, samen luisteren of zelfs samen naar een film kijken. De scholier van nu is veel individueler ingesteld. Logisch misschien, je kijkt ook meestal alleen naar Netflix. Eveneens anders: De leerling komt niet in de eerste plaats naar school om kennis op te doen of te leren, zoals vroeger, maar veel meer om te netwerken, te socializen, dat vinden ze veel belangrijker”. Van Olphen is een veelzijdig docent die behalve de talen ook exacte vakken als wis- en scheikunde behoorlijk beheerst, een combinatie die weinigen gegeven is. Het komt hem van pas als Remedial Teacher. “Ik begeleid scholieren met leerachterstanden, individueel, een keer per week. De wijze waarop ze dan toch weer aansluiting vinden, ook al hebben ze bijv. dyscalculie of dyslexie, vind ik mooi”.

Bureaucratie

Theo en Peter delen met elkaar wat ze de belangrijkste veranderingen in dat onderwijs vinden. “De digitalisering. Het maakt veel mogelijk en toch hebben we het nog steeds niet goed onder de knie. Ook de relatie met ouders wordt daardoor een andere. En daarnaast de bureaucratie.” verzucht Van Beuningen. “Al die administratie. Deels begrijpelijk. Ik ben de laatste jaren ook examencoördinator geweest en je wil natuurlijk mistoestanden voorkomen zoals die de laatste jaren op sommige andere scholen naar buiten komen. Maar je blijft registreren joh”. Van Olphen: “Hoeveel tijd ik wel niet achter een pc zit en niet voor de klas sta. Daarvoor ben ik niet het onderwijs ingegaan!” Beiden stappen eruit aan de vooravond van nieuwe onderwijsveranderingen. Peter geeft nog graag een praktisch advies mee: “Maak meer beroepskrachten op een school mentor, ook de instructeur en de directeur. Geef iedere mentor 7 tot maximaal 10 leerlingen die ze gedurende een schooljaar begeleiden. Je levert dan meer maatwerk. Mentor zijn over 25 of 30 leerlingen kan echt niet meer in deze tijd. Met kleinere aantallen werk je intensiever, heb je persoonlijke aandacht, zit je er bovenop.” Beide heren zullen ongetwijfeld nog regelmatig terugdenken aan hun rijke onderwijsverleden waar duizenden leerlingen deel van uitmaakten. Peter van Olphen heeft daarbij een opvallend hulpmiddel: hij heeft alle cijferlijsten van al zijn leerlingen door de jaren heen bewaard!

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen