21 maart verkiezingen, maar waarvoor is die tweede stemkaart eigenlijk?

Voor de aankomende gemeenteraadsverkiezingen op 21 maart heb je inmiddels 2 stemkaarten ontvangen. De eerste (blauwe) stemkaart is voor de Gemeenteraadsverkiezingen. De tweede (gele) stemkaart is voor het referendum over de Wet op de Inlichtingen en Veiligheidsdiensten 2017. Maar wat is die wet en waar ga je voor stemmen?

Op 21 maart 2018 is er in Nederland een raadgevend referendum over de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017 (Wiv 2017). Deze wet vervangt de huidige Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 (Wiv 2002). Volgens de regering zijn er verschillende redenen waarom het noodzakelijk is om de Wiv 2002 te vervangen. De belangrijkste redenen zijn de toegenomen cyberdreiging en de veranderingen in het digitale communicatieverkeer.

Verhoogde terreur- en cyberdreiging

Sinds 2002 is het aantal terroristische aanslagen en dreigingen in de wereld sterk toegenomen. Internationale troepenmachten voeren operaties uit om de organisaties daarachter te bestrijden. Daarnaast worden bedrijven en overheidsorganisaties steeds vaker geconfronteerd met cyberaanvallen. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om sabotage van digitale systemen of diefstal van vertrouwelijke gegevens. Deze aanvallen en dreigingen kunnen een gevaar zijn voor de nationale veiligheid en de democratische rechtsorde.

Het is de taak van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) en de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) om die veiligheid en rechtsorde te helpen beschermen. Dat doen ze door informatie te verzamelen, waardoor ze een grotere kans hebben om dreigingen en risico’s tijdig te herkennen. Daarvoor kunnen ze verschillende middelen (bevoegdheden) inzetten. Een van de belangrijkste middelen is het onderscheppen van telecommunicatie, zoals telefoongesprekken, e-mail- en appverkeer.

Veranderingen in het digitale communicatieverkeer

In de telecommunicatie is de laatste 15 jaar veel veranderd. In 2002 verliep deze communicatie internationaal gezien voor het merendeel door de lucht, via de ether. Inmiddels verloopt de telecommunicatie wereldwijd grotendeels via glasvezel- of koperkabels. Mobiele telefoons, laptops en andere apparaten maken contact met modems of zendmasten, die vervolgens informatie doorgeven over de kabel.

Als het gaat om deze kabelgebonden telecommunicatie biedt de Wiv 2002 beperkte mogelijkheden. De diensten mogen deze communicatie nu alleen ‘gericht’ onderscheppen. Dat wil zeggen dat de communicatie gekoppeld moet zijn aan een bepaalde persoon of organisatie. Denk aan het aftappen van telefoon- of e-mailverkeer van en naar een bepaald nummer of IP-adres. Het breed onderscheppen van kabelgebonden communicatie (dus niet gekoppeld aan een bepaalde persoon of organisatie) is onder de Wiv 2002 niet toegestaan.

Het gevolg van de huidige regels is dat het merendeel van de telecommunicatie buiten het zicht van de diensten blijft. Het is namelijk lang niet altijd mogelijk om deze communicatie gericht te onderscheppen. Zo weten de diensten niet altijd op voorhand welke personen zij in de gaten moeten houden. Bovendien communiceren die personen vaak niet via een vast telefoonnummer of IP-adres, maar maken zij anoniem gebruik van het internet, bijvoorbeeld via het wifinetwerk van een restaurant of de chatfunctie van een computergame.

De nieuwe wet

Om die reden is het volgens de regering noodzakelijk dat de diensten de bevoegdheid krijgen om kabelgebonden telecommunicatie ruimer te kunnen onderscheppen. Met deze bevoegdheid verwacht de regering dat de diensten beter in staat zijn om terreurdreigingen tijdig te herkennen. De ruimere bevoegdheid is volgens de regering ook nodig om cyberaanvallen tegen te gaan en om op gelijke voet samen te werken met buitenlandse veiligheidsdiensten.

De Wiv 2017 maakt deze extra bevoegdheid mogelijk. De nieuwe wet vergroot zo het bereik van de diensten, maar ook de mogelijkheid dat er inbreuk wordt gemaakt op de privacy van burgers. Door een pakket aan waarborgen, zoals een uitgebreider onafhankelijk toezicht op het werk van de diensten, probeert de wet een balans aan te brengen tussen het belang van de nationale veiligheid en de privacy van individuele personen. Het publieke debat richt zich op de vraag of die balans goed is gekozen.

Geldigheid referendum

De uitslag van het referendum is alleen geldig als er minimaal 30 procent van de mensen die mogen stemmen ook echt naar de stembus is gegaan. Om te mogen stemmen bij een referendum moet een kiezer de Nederlandse nationaliteit hebben, 18 jaar of ouder zijn en niet zijn uitgesloten van het kiesrecht.

Als er 30% of meer kiezers zijn gaan stemmen, dan zijn er twee uitkomsten mogelijk:

  • Een meerderheid van de kiezers is voor. Dan kan de regering de wet waarover is gestemd invoeren.
  • Een meerderheid van de kiezers is tegen. Dan heeft de regering twee mogelijkheden. Het parlement voorstellen om de wet waarover is gestemd in te trekken. Of het parlement voorstellen om de uitslag van het referendum niet te volgen. In dat geval stelt de regering het parlement voor om de wet toch in te voeren.

 

bron: Referendum Commissie

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen