Atalanta meest gespotte vlinder tijdens tuinvlindertelling

Atalanta
Atalanta
Foto: PxHere / CC0 Publiek Domein

Van 4 t/m 26 juli 2020 organiseerde De Vlinderstichting voor de 12e keer de tuinvlindertelling. Dankzij deze telling weet De Vlinderstichting welke vlinders er in de zomer in tuinen rondvliegen. 

Atalanta meest gespot

Dit jaar zijn er 14.000 tellingen gedaan in 4500 tuinen. Er werden meer dan 117.000 vlinders geteld. De nummer 1 was al heel erg snel duidelijk: de atalanta. Deze relatief grote, oranje met zwarte vlinder was behoorlijk talrijk in 2020. Hij werd in 83% van de tuinen waargenomen. De dagpauwoog eindigde op nummer 2, het klein koolwitje werd derde. Dit jaar werden er meer vlinders geteld in 2018 en 2019. Veel deelnemers hoopten dan ook op een goed vlinderjaar. “In vergelijking met de twee voorgaande jaren klopt dat ook”, zegt De Vlinderstichting. “Maar als we wat langer teruggaan en vergelijken met de periode 2009-2017, zien we helaas een daling. Vlinders gaan langzaam maar zeker achteruit. De lichte opleving van dit jaar is dan ook geen reden tot optimisme.”

Veel vlinders in het noorden

Opvallend: in de noordelijke provincies werden veel meer vlinders geteld. Van alle atalanta’s die geteld werden, werd maar liefst 79% boven de rivieren waargenomen. En voor de dagpauwoog was dat effect nog sterker: 84% van het totaal werd in Noord- en midden-Nederland gezien. “Vlinders hebben nog steeds last van de droogte van de afgelopen jaren”, vertelt een woordvoerder. In de noordelijke provincies is het een beetje koeler en viel net iets meer regen. En ondanks dat deze zomer niet zo heet is, merken we nog steeds het effect van de afgelopen twee jaar.” Toch zijn er ook vlinders die onder de rivieren in de meerderheid waren. De koninginnepage bijvoorbeeld, werd net als in eerdere jaren met name in de zuidelijke provincies gezien. En ook het scheefbloemwitje, een nieuwkomer in Nederland, was in het zuiden talrijker dan in het noorden.

Waar is de kleine vos?

Grote afwezige was de kleine vos. Tot 2017 eindigde deze oranje vlinder zelfs 4 keer op de eerste plaats. Dit jaar haalt hij niet eens de top 10, en komt op een 11e plaats met slechts 2.600 getelde exemplaren. “We kunnen het nog iets relativeren door te kijken naar het aantal tuinen waar hij werd gezien, dan eindigt hij nog op nummer 10. Hij is dus nog wel op veel plekken aanwezig, maar de aantallen zijn ongekend laag.” Wat er aan hand is met de kleine vos blijft vooralsnog onduidelijk. “We zien hem de laatste jaren steeds verder wegzakken. Waarschijnlijk heeft het iets te maken met de overlevingskans van de rupsen, die last hebben van het verdrogen van de voedselplanten. Maar helemaal zeker weten doen we dat niet.”

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen