Eén getal dat aangeeft hoe het er in elke gemeente voorstaat met elektrificatie: dat is de Eco-Electric Index (EEC) die duurzaamheidsplatform Slimster ontwikkelde. Speerpunten zijn de productie van eigen stroom, elektrisch verwarmen en elektrisch rijden. Om tot de Eco-Electric Index wordt berekend hoeveel CO2-uitstoot een gemiddeld huishouden met de investering in zonnepanelen, een warmtepomp en een elektrische auto voorkomt. Dat maakt dat de e-auto voor 25 procent meeweegt bij het bepalen van de EEC, zonnepanelen en een warmtepomp krijgen beide een aandeel van 37,5 procent toebedeeld.

In de gemeente Oosterhout geeft 32,3% van de huishoudens heeft zonnepanelen, 4.3% heeft een warmtepomp en 3.8% heeft een elektrische auto. De gemeente Oosterhout scoort hierdoor een Eco-Electric Index (EEC) van 4.1 op een schaal van 1-10. Daarmee hebben we beter cijfer dan Breda (index 2.8) en Gilze en Rijen (index 3.9), maar een lager cijfer dan Alphen-Chaam (index 4.5) en Tilburg (index 4.9). Met een EEC van 5,4 mag Boekel zich de meest geëlektrificeerde gemeente van Noord-Brabant noemen.

Waar je wellicht zou denken dat zonnepanelen en een elektrische auto hand in hand gaan, blijkt dat in de praktijk niet zo te zijn. In elk geval zijn het niet de plattelandsgemeenten met veel zonnepanelen waar ook veel elektrisch gereden wordt. Dat laatste is juist meer voorbehouden aan stedelijke gemeenten, zoals Tilburg, Utrecht en Amsterdam. Dat zou te verklaren zijn omdat inwoners in de grotere steden een hoger inkomen hebben en de hogere aanschafprijzen van elektrische auto's makkelijker kunnen ophoesten.