Voormalig kastelein Paul de Hoogh van 't Klosterke in Den Hout overleden

Paul de Hoogh woonde de laatste jaren met zijn vrouw Lucy in Oosteind, maar zijn hart en verdiensten lagen in Den Hout. Nadat hij met Lucy trouwde, verhuisde hij naar het dorp waar ze samen een mobiele frietkraam runden. In 1968 kocht het stel het voormalige klooster van de nonnen uit Etten-Leur, dat gebouwd was in 1903 en dienstdeed als kleuter- en meisjesschool. Het gebouw werd omgetoverd tot een cafetaria, dat later zou uitgroeien tot het geliefde Herberg 't Klosterke.

Aanvankelijk noemden ze hun zaak het Praathuis, uit respect voor de nonnen. Paul en Lucy woonden boven de cafetaria en transformeerden het met de inrichting van het voormalige Café Jansen aan de Haven in Breda. Met de bar, krukken, stoelen en tafels creëerden ze een sfeervol café, dat uitgroeide tot een bruisende herberg met een bar en zaaltje.

Paul stond aan de wieg van het sauwelen, de Houtse Jaarmarkt, Paaspop, en de Steprace. Hij stopte met zijn werk vanwege zijn leeftijd en de toenemende regelgeving, zoals het rookverbod en de verhoogde leeftijdsgrens voor alcoholconsumptie. Voor zijn inspanningen en bijdragen aan het dorpsleven ontving Paul de Hoogh in 2019 een koninklijke onderscheiding. Daarbij werd ook de foto genomen die bij dit artikel is geplaatst.

Den Hout verliest met het overlijden van Paul de Hoogh een markante persoonlijkheid die het dorp mede heeft gevormd tot wat het vandaag de dag is.