In Nederland zijn vorig jaar ruim 164.000 kinderen geboren, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) vrijdag. Dat zijn er iets minder dan het jaar ervoor; in 2022 werden iets meer 167.500 kinderen geboren.
Minder kinderen per vrouw
Sinds 2010 worden er gemiddeld minder kinderen per vrouw geboren. Dat komt doordat meer vrouwen kinderloos blijven, concludeerde het
CBS in december. Het aantal kinderen per moeder blijft namelijk gelijk. In 2023 was het gemiddelde kindertal per vrouw 1,43; het laagste cijfer tot nu toe. Vorig jaar werden ruim 75.000 vrouwen voor het eerst moeder; in 2022 waren dat er 78.000. Moeders die voor het eerst een kind kregen waren gemiddeld 30,3 jaar. 37 procent van de geborenen was een tweede kind, 12 procent een derde kind en 5 procent een vierde of volgend kind.
Moederschap op latere leeftijd
De meeste vrouwen kregen in 2023 kinderen tussen de 30 en 35 jaar; 117 kinderen per duizend vrouwen in die leeftijdsgroep. “Tien jaar geleden kwam jong moederschap vaker voor. Moederschap op latere leeftijd komt nu juist iets vaker voor”, ziet het CBS. Per duizend vrouwen onder de 25 kwamen gemiddeld tien kinderen ter wereld. Per duizend vrouwen van 45 jaar of ouder werden acht kinderen geboren.
Vaders gemiddeld ouder dan moeders
Nederlandse vaders zijn gemiddeld 2,5 jaar ouder dan de moeders bij de geboorte van het eerste kind. In 2022 was die gemiddelde leeftijd voor vaders 32,8 jaar, aldus het CBS. De gemiddelde leeftijd van vaders van vorig jaar is nog niet bekend. In 2021 werden 179.000 kinderen geboren, het hoogste aantal in tien jaar tijd. Het statistiekbureau vermoedt dat deze geboortegolf te maken had met de coronamaatregelen.