Van de 2.000 Nederlanders die zijn ondervraagd, gaven er 1.399 (70%) aan doorgaans in de zomervakantie op vakantie te gaan. 353 daarvan (18% van het totaal, 25% van iedereen die normaliter op vakantie zou gaan) blijven dit jaar echter thuis. Meer dan de helft van de thuisblijvers (52%) heeft hiervoor expliciet een financiële reden: hoge vaste lasten, onzekerheid over hun inkomen of het feit dat ze vakanties te duur vinden. Eén op de zes geeft daarnaast aan het geld dat zij normaal aan vakantie zouden uitgeven dit jaar liever te besteden aan het verduurzamen van hun woning. Een vijfde gaat dit jaar later op vakantie, wat impliciet ook een financiële achtergrond kan hebben: vakanties zijn buiten het hoogseizoen een stuk goedkoper. Slechts één op de tien ondervraagden noemt een andere, niet-financiële reden.

Verder valt op dat het vooral twintigers en dertigers zijn die dit jaar hun vakantie noodgedwongen laten schieten. Ruim één op de drie Nederlanders in deze leeftijdscategorieën die normaliter wel op vakantie zouden gaan, doet dat dit jaar niet. Onder veertigers en vijftigers is dit iets minder dan één op de vijf en onder zestigers bijna één op de zeven. Vooral de jongere leeftijdsgroepen worden geraakt worden door de inflatie. Zij beschikken vaak in mindere mate over een buffer en kunnen daardoor dit jaar niet op vakantie.

Hoewel veel vakantieplannen dus volledig in duigen vallen, ondervinden ook degenen die er wel op uittrekken wel degelijk hinder van de inflatie. Zo zegt ruim één op de zes vakantiegangers dit jaar minder lang op vakantie te gaan. Hetzelfde aantal mensen blijft dit jaar dichter bij huis om kosten te besparen en ruim één op de vijf zegt 'een minder luxe' vakantie geboekt te hebben. Voor iets meer dan de helft (54%) van de vakantiegangers hebben de toegenomen kosten geen invloed op hun plannen.