
Op de thuisbaan van JEGG-SKIL-DJR reden jonge Oosterhoutse talenten sterke wedstrijden in de WBVC-veldrit, met mooie podiumplaatsen en duels tot op de meet.
Op de trainingsbaan van wielervereniging JEGG-SKIL-DJR in Oosterhout stond zondag een drukbezochte WBVC-veldrit op het programma. De jeugd kreeg stevige concurrentie uit binnen- en buitenland, want ook heel wat Belgische talenten stonden aan de start. Voor de Oosterhoutse ploeg voelde het als een echte thuiswedstrijd, zeker voor renners als Morris van Miert en Ravi de Nooyer in de categorie 7 tot 8 jaar.
Bij de jongste groep was het vooral Morris die indruk maakte. In een veld van 38 starters schoot hij vanaf de tweede startrij naar voren. Na de openingsronde lag hij al vierde en ronde na ronde schoof hij verder door. Toen hij zich naar de tweede plek reed, lag een overwinning zelfs binnen handbereik. In de laatste ronde werd hij echter gehinderd door gedubbelde renners, waardoor hij de kopman niet meer kon aanvallen. Zijn tweede plek voelde desondanks als een topprestatie. Ravi had minder geluk bij de start toen iemand hem toucheerde. Toch knokte hij zich terug en haalde hij keer op keer renners in. Zijn negende plaats was meer dan verdiend. Mels van Mook wist zich ondanks een lastige heuvelpartij naar plek veertien te fietsen en Lewis Janssen eindigde, in zijn eerste seizoen, als 28e.
In de categorie 9 tot 10 jaar stonden maar liefst acht JEGG-SKIL-DJR-renners aan het vertrek, in een veld van 57 jeugdtalenten. De verwachtingen waren hoog voor Sam van Miert en Faas van Mook, die dit seizoen al vaker voorin meededen. Sam had een ijzersterke start vanaf de derde startrij en vond snel aansluiting bij Faas, die als zesde het veld indook. Samen zetten ze de achtervolging in op de kopgroep. Op hun thuisparcours maakten ze met veel souplesse snelheid in het bochtenwerk en het gat werd steeds kleiner. In de slotfase bleven de twee ploeggenoten aan elkaar gewaagd. Sam dook nét voor Faas uit de laatste bocht en pakte de zevende plaats, Faas finishte knap als achtste en pakte daarmee weer waardevolle punten voor het WBVC-klassement.
De strijd in het middenveld was minstens zo spectaculair. Ethan Janssen en Sjoerd Seeuws zaten goed vooraan na de start, maar moesten daarna werken voor hun plek. Ethan kwam uiteindelijk als 15e uit de tunnel, terwijl Sjoerd daar even volledig stilviel. Halverwege de koers vonden ze elkaar en trokken ze samen op richting de finale. In de laatste meters besliste een felle sprint het onderlinge duel: Sjoerd won en werd 21e, Ethan finishte als 22e.
Een vergelijkbaar gevecht ontstond tussen Mees Broeken en Max van Berlo. Beiden hadden een lastige start. Mees schoot van zijn pedaal, Max vertrok vanaf de zesde rij. Maar in de zandstroken maakten ze veel goed. Ze reden vrijwel de hele koers samen. Op de meet was het Mees die de sprint won en 26e werd, Max volgde direct daarachter op plek 27. Trisha Baah vocht zich tussen de vele sterke jongens naar een knappe 33e positie en liet zien dat doorzettingsvermogen loont.
Voor debutant Willem Commissaris stond de wedstrijd vooral in het teken van leren en ervaring opdoen. De motivatie was groot en na het inrijden voelde hij zich goed. Bij de start trapte hij echter nét te hard, waardoor hij niet optimaal wegkwam. Gedurende de koers haalde hij alsnog meerdere renners in en eindigde hij als 53e.





